Koster, een dienaar in Gods huis
Wat doet een koster zoal
Bij de vraag wat een koster is en wat hij doet, zou iedereen die in het kerkelijk leven is opgegroeid onmiddellijk het antwoord weten. De koster werkt in de kerk. Hij zorgt ervoor dat alles goed gaat tijdens de kerkdienst, hij zet een glaasje water klaar op de preekstoel voor de dominee of de ouderling, hij maakt de kerk schoon, zet koffie voor vergaderingen, zet stoelen en tafels klaar voor de catechisaties en voor de vergaderingen van de jeugdvereniging. Kortom de koster is iemand die een belangrijke plaats in het kerkelijk leven inneemt.
We lezen in 2 Koningen 12 vers 9 dat de priester Jojada, in opdracht van koning Joas een kist nam en een gat in het deksel boorde. Die kist zette hij bij het altaar in het huis des HEEREN. De priesters diede dorpel bewaarden, stopten daarin al het geld dat ten huize des HEEREN gebracht werd. Koning Josia benoemde drie dorpelwachters die in rangorde onmiddellijk stonden onder de hogepriester en diens plaatsvervanger, zij kregen verder assistentie van de levieten. In 2 Koningen 23 lezen we ook over die drie dorpelwachters. Zij moeten in opdracht van koning Josia, samen met de hogepriester en een priester alle gereedschap dat voor Baal en voor het beeld van het bos en voor al het heir des hemels gemaakt was, uit de tempel des HEEREN halen en dat buiten Jeruzalem in de velden van Kidron verbranden. En wie denkt er niet aan Psalm als het gaat over de dorpelwachter. De dichter van deze psalm is verstoken om op te gaan naar de tempel. Hij is jaloers op de mussen en zwaluwen, die kunnen hun nesten maken bij de altaren in de tempel. Ja de dichter zou liever dorpelwachter zijn, dan te moeten wonen in de wereld, buiten God.
Koster ten tijde van de Nadere Reformatie
In de zeventiende eeuw, de tijd van de Nadere Reformatie moesten de kosters van veel markten thuis zijn. Ze waren behalve koster meestal ook schoolmeester, voorzanger, voorlezer, kistenmaker, doodgraver en hondenslager. Dit laatste had te maken met het feit dat de kerkdeuren altijd openstonden en dus ook de honden vrij in en uit konden lopen. Voordat de kerkdienst begon, werkte de koster met een knuppel de honden de kerk uit. Op de Nationale Synode van 1618-1619 is ook gesproken
Vaak konden kosters, zelfs met al hun bijbaantjes, niet rondkomen van hun loon. Zij deden er dan ook allerhande werk bij. Engel Content, in 1692 benoemd tot koster van de Oosterkerk in Amsterdam, was tevens beurtschipper op Buiksloot. In Nieuwe Pekela was de koster ook barbier, hield hij een herberg en trad op als zanger bij bruiloften (hij was immers voorzanger in de kerk). De koster van Andijk klaagde erover dat hij te weinig verdiende. Enige leden uit de gemeente beloofden zijn loon wat aan te vullen. Toch weigerde de koster in 1690 zijn karig loon te incasseren, omdat het hele bedrag hem in ‘duyten uit ’t sakske’ werden uitgekeerd. De kerkenraad nam kennelijk niet de moeite om de duyten (centen) te wisselen. Wist je dat de uitvinder van de boekdrukkunst, Laurens Jansz. Coster, in zijn dagelijks werk ook koster was?
Kosterswerk nu
In een aantal opzichten is hel werk van een koster veel makkelijker dan in vroeger eeuwen, zelfs vergeleken met het werk van de koster van zo’n vijftig jaar geleden. Denk alleen maar aan het opstoken van de turf-of kolenkachels. De koster moest in de winter soms om vier uur opstaan, om om negen uur de kerk enigszins verwarmd te hebben. Ook had de koster tot taak – en meestentijds moest ook zijn gezin daarbij helpen – om alle stoven te vullen met een gloeiende turf of steen. De kerkgangers, meestal die van de betere stand, kregen dan zo’n stoof mee voor onder hun voeten. Tegenwoordig met de centrale verwarming is dat een kwestie van de knop omdraaien en met de computergestuurde thermostaatregelingen hoeft ook dat al niet meer. Je toetst voor de hele week de gewenste temperatuur in en op die momenten dat het warm moet zijn, in de kerk of zalen, is dat ook zo. Het accent van het kosterwerk ligt nu vooral op:
* zorg dragen voor een goede gang van zaken voor, tijdens en na de kerkdiensten;
* het beheren, schoonmaken en onderhouden van de kerkelijke gebouwen;
* het tijdig klaarmaken van de vergaderzalen voor catechisaties, verenigingen, vergaderingen enzovoort;
* het plannen en verzorgen van vergaderingen en bijeenkomsten.
Het werk van de koster is ten diepste gericht op de zondagse kerkdiensten.
Daartussen vinden allerlei andere vergaderingen en bijeenkomsten plaats. Vergaderingen van de plaatselijke gemeente, maar ook landelijke en regionale vergaderingen. Op al die vergaderingen moet koffie geschonken worden. Vaak wil men ook eten en moet een broodmaaltijd of een diner worden klaargemaakt. Regelmatig zijn er bejaardenmiddagen, rouw-en trouwdiensten. Behalve dat alles moet worden voorbereid is de koster ook verantwoordelijk voor het verloop van deze bijeenkomsten.
Een heel bijzonder werk is elke keer weer het klaarmaken van de avondmaalstafel. Meestal gebeurt dat op zaterdag. Het zilver wordt gepoetst en alles op de tafels wordt dan in gereedheid gebracht voor de bediening van het Heilig Avondmaal.
Luisteren|
Wat ook heel belangrijk is in het kostersvak , is het omgaan met mensen. De koster moet altijd klaar staan om mensen te ontvangen en ze te woord te willen staan. De koster behoort als het goed is ten dienste te staan van de gehele gemeente. Hij is als het ware de gastheer in het kerkgebouw.
Een dienende taak
Kosters hebben een veelomvattende, en vooral een dienende taak. Ze zijn er ten dienste van de gemeente. Anderzijds is het werk in alle eenvoudigheid verricht ook ten dienste van het Koninkrijk van God.
Eén ding is nu ook de hoofdzaak, namelijk de verkondiging van Gods Woord. Daar moet het allemaal om gaan, ten dienste daarvan moet ook het werk van de koster staan.
A. (Anton) MastenbroekKoster
Schuurmanskamp 14
6741SE Lunteren
M. (Marry) MastenbroekKoster (tijdelijk)
Schuurmanskamp 14
6741SE Lunteren
Cees en Joke RoelofsenKostersechtpaar
Kees de Koninglaan 13
6741 ZA Lunteren